Ga naar de inhoud
Home » Meerkeuzevragen

Meerkeuzevragen

    Multiple choice-examens, een nachtmerrie?

    Ondanks het eenvoudig gegeven dat je een antwoord selecteert uit meerdere antwoordmogelijkheden, hebben meerkeuzevragen wel een aantal aandachtspunten waar je best rekening mee houdt. Een multiple choice-examen: hoe gaat dat in zijn werk? Wat zijn de valkuilen en hoe kan je meerkeuzevragen het best aanpakken?

    Een strategisch spel

    Liefhebbers van strategische spelletjes hebben een streepje voor. Een meerkeuze-examen moet je namelijk op een slimme manier aanpakken.

    • Lees de vraag met grote aandacht. Misschien moet je een foute stelling aanduiden in plaats van een juiste. Misschien moet je meerde antwoordmogelijkheden kiezen.
    • Let in de antwoordmogelijkheden op kleine woorden (altijd, nooit, niet) en laat je niet vangen door dubbele negatieven. Extremen kunnen een indicatie zijn dat het om een fout antwoord gaat.
    • Werk in meerdere rondes. Los eerst de vragen op die je zeker weet en ga dan pas over naar de vragen waarover je twijfelt. Of je alles invult, hangt af van eventuele giscorrectie.
    • Schrap antwoordmogelijkheden die zeker foutief zijn.
    • Probeer de vraag eens op te lossen als open vraag: dek de antwoordmogelijkheden af en probeer zelf een antwoord te formuleren voor je de keuzeopties bekijkt.
    • Vertrouw op je eerste indruk. Verbeter alleen als er een goeie reden voor is, zoals een nieuw inzicht of een rekenfout. Het eerste antwoord is vaak het beste, zeker als je begint te twijfelen.
    • Moet je antwoorden op een bolletjesformulier? Controleer dan of je alles correct overneemt uit je antwoordbundel en zorg dat je niet buiten de lijntjes kleurt.
    • Heb je tijd over? Bereken eens je punten en wees streng voor jezelf. Bekijk of de vragen waarover je twijfelde wel de moeite zijn om het risico te nemen in geval van giscorrectie.

    Gokken: een goed idee?


    Is het een goed idee om een antwoord te gokken bij twijfel? Het antwoord op deze vraag is afhankelijk van het gehanteerde puntensysteem. Dit kan je raadplegen in de ECTS-fiche van het vak.

    Foto met de letters ERROR als illustratie bij de tekst over giscorrectie in meerkeuzevragen. Foto door Miguel Á. Padriñán: https://www.pexels.com/nl-nl/foto/toetsenbord-woord-toetsen-bericht-2882552/

    Meerkeuzevragen kunnen op drie manieren gequoteerd worden:

    • GEWOON
      Je moet de helft van de vragen juist beantwoorden om te slagen.
    • GISCORRECTIE
      Als je een vraag juist beantwoordt krijg je een punt. Een blanco antwoord is 0 en bij een foutief antwoord worden punten afgetrokken (bijv. -1).
    • HOGERE CESUUR
      Je moet meer dan de helft van de vragen juist hebben om te slagen op het examen. Met andere woorden: het eindtotaal wordt herrekend.

    Bij de vragen waar je twijfelt over het antwoord, moet je afwegen of het de moeite waard is om te gokken. Als er giscorrectie gehanteerd wordt, kan het soms ook goed zijn om een vraag blanco te laten. Heb je nog geen antwoordmogelijkheden kunnen schrappen en twijfel je tussen meer dan de helft van de opties? Dan is het beter om de vraag onbeantwoord te laten. Twijfel je nog tussen twee opties, vertrouw dan op je instinct en kies voor het antwoord dat voor jou het meest logisch lijkt. Bereken nadien je punten eens voor jezelf en wees streng voor de vragen waar je het meest over twijfelde. Op die manier kan je een inschatting maken of het het risico waard is.

    Gerelateerde berichten