Ga naar de inhoud
Home » Leren uit je fouten

Leren uit je fouten

    Wat doe je bij tegenvallende resultaten?

    De examens zijn voorbij. De resultaten zijn bekend. Maar, je had de uitkomst anders verwacht. Wat kan je doen bij tegenvallende resultaten? Reflecteren waarom het minder goed verlopen is en welke factoren hiertoe bijgedragen hebben, zijn de sleutel om hetzelfde resultaat in de toekomst te vermijden.

    Geen paniek

    Eerst en vooral, geen paniek! Tegenvallende resultaten zijn een harde klap, zeker als je een grote inspanning geleverd hebt, maar trek geen overhaaste conclusies. Je leven is heus niet voorbij en er zijn nog kansen om de schade te beperken. Blijf dus niet bij de pakken zitten! Ga bij jezelf na wat er verkeerd is gelopen, welke factoren een rol hebben gespeeld en nog belangrijker: wat jij kan doen om dit in de toekomst te vermijden.

    Wat en waarom is het misgelopen?

    Er zijn verschillende manieren om te kijken naar de oorzaak van je tegenvallende resultaten. Schrijf je het toe aan jezelf of aan de omstandigheden? Kan je er zelf iets aan doen of niet? Voor toekomstige studiemotivatie is het belangrijk om de factoren zoveel mogelijk toe te schrijven aan interne oorzaken die controleerbaar en variabel zijn, want dit zijn de factoren waar je zélf invloed op hebt en waar je zélf iets kan aan doen om je situatie te veranderen. Maar wat bedoelen we daar nu mee?

    • Controleerbaar. Je hebt zelf controle over de factor, met andere woorden: je kan er zelf iets aan doen. Bijvoorbeeld: je hebt veel lessen gemist doorheen het semester omdat je niet zoveel zin had om ernaar toe te gaan. Hierdoor ben je een deel van de permanente evaluatie misgelopen.
    • Intern. De oorzaak ligt bij jezelf. Je schrijft het dus niet toe aan externe elementen zoals bijvoorbeeld de lesstijl van een docent.
    • Variabel. De factor kan variëren van tijd tot tijd, met andere woorden: de oorzaak is niet constant maar komt slechts af en toe voor. Aanleg is bijvoorbeeld een constante factor, terwijl inzet en stemming veranderbaar zijn.

    Onderstaande tabel illustreert met enkele voorbeelden de verschillende manieren van kijken naar eerdere faalervaringen. Probeer bij tegenvallende resultaten op zoek te gaan naar de controleerbare factoren die bij jezelf liggen en veranderbaar zijn. Dit zijn de elementen die je actief kan veranderen om je aanpak bij te sturen. Je hebt bijvoorbeeld méér invloed op je inspanning dan op algemene aanleg of externe omstandigheden.

    INTERNEXTERN
    CONTROLEERBAARSTABIELAlgemene inzet
    Ik heb het studeren teveel uitgesteld.
    Docent
    De docent geeft te weinig uitleg in de les.
    VARIABELInspanning
    Ik ben te laat begonnen met de verwerking van mijn leerstof.
    Omstandigheden
    Ik combineer mijn studies met mijn job en heb daardoor te weinig tijd om te studeren.
    ONCONTROLEERBAARSTABIELAanleg
    Ik ben nooit goed geweest in wiskunde.
    Stemming
    Ik had een dipje op het examen.
    VARIABELVakinhoud
    Het waren moeilijke vragen.
    Toeval
    Er was veel lawaai in het examenlokaal.

    Hoe je ernaar kijkt maakt het verschil.


    Hoe je kijkt naar intelligentie beïnvloedt je prestaties. Volgens Dweck (2007) zijn er twee manieren om te kijken naar intelligentie. De eerste manier is intelligentie zien als iets vaststaand, stabiel, aangeboren en onveranderlijk. Bij deze visie – een fixed mindset – ga je er eigenlijk vanuit dat het nu eenmaal zo is en dat je er niets aan kan veranderen. “Ik ben nooit goed geweest in wiskunde, dus ik zal dat ook nooit zo zijn”. Het zal je misschien niet verbazen, maar deze veronderstelling heeft een negatieve impact op prestaties en studiemotivatie. Als je ervan overtuigd bent dat je zelf geen impact hebt op je prestaties omdat je niet slim genoeg bent, heb je ook niet het gevoel dat je er zelf controle over hebt en dus zelf het heft in eigen handen kan nemen.

    De alternatieve (en betere) manier om naar intelligentie te kijken is de growth-mindset, waarbij de focus ligt op inspanning. Zo bleek uit onderzoek dat punten op een wiskundetoets over de jaren heen bij leerlingen met deze mindset stegen, terwijl de prestaties in de groep met een fixed mindset gelijk bleven en soms zelfs daalden (Dweck, 2007).

    Door te veronderstellen dat je nooit zal slagen voor wiskunde omdat je er toch niet goed in bent, leg je jou in principe al neer bij je lot. Inspanning heeft toch geen zin, want het zal niets veranderen aan de uitkomst. Daartegenover is het veel motiverender om jezelf ervan te overtuigen dat moeite doen en ervoor werken een impact heeft. Jij staat namelijk zelf aan het roer van jouw leren en leven. Dus, een mindset waarbij je ervan overtuigd bent dat je zélf invloed hebt op je prestaties door inspanningen te leveren is de sleutel tot succes op school, maar ook in je latere leven.

    Leer uit je fouten.

    Weten waaraan het ligt is één ding. Er actief iets aan doen zorgt voor verandering en groei. Eenmaal je de verschillende factoren op een rijtje hebt geplaats, ga je voor jezelf na hoe je de controleerbare elementen kan wijzigen of voorkomen. Wat leer je hieruit voor jezelf? Wij helpen je alvast op weg met een aantal praktische tips.

    • Vraag om feedback! In de periode na de bekendmaking van je resultaten, heb je de kans om je examens in te kijken. Dit is een goede voorbereiding om je volgende examenkans. Wat leer je uit je fouten? Antwoordde je naast de kwestie? Waren je antwoorden te oppervlakkig of ontbraken er details? Sta open voor feedback van de docent en vraag tips!
    • Wat ging er goed? Ook goede resultaten kan je toeschrijven aan controleerbare factoren. Wat ging er wel goed de voorbije examenperiode? Welke factoren hebben daartoe bijgedragen en nog belangrijker: hoe kan je dit gebruiken en opnieuw inzetten de komende periode?
    • Maak een plan. Stel een concreet plan van aanpak op voor de komende periode. Start je semester of kwartaal met een goede voorbereiding. Lijst een aantal doelen op voor jezelf waar je komende periode aan wil werken. Wat wil je bereiken met oog op volgende examenperiode? Wat moet je allemaal doen om dat doel te bereiken en wie of wat heb je daarvoor nodig?
    • Evalueer je studiemethode. Studeer je op een efficiënte manier? Ga aan de slag om je studievaardigheden bij te schaven. Bekijk zeker eens de pagina’s studeren en plannen. Heb je vragen, nood aan ondersteuning of weet je niet goed hoe je het kan aanpakken? Maak dan een afspraak bij de studiebegeleider van je opleiding.
    • Help, het is teveel! Heb je veel buizen? Wordt het een stevige tweede zit en heb je vragen over je studietraject? Weet dan dat je voor advies terecht kan bij je trajectbegeleider. Het is geen schande om een aantal vakken te laten vallen of je studietraject wat meer te spreiden.